Verbeter de wereld, begin ergens mee!

Afgelopen september startte ik met de SURF leergang Publieke Waarden. Een onderwerp waar de CIO’s (ICT-directeuren), directeuren van de universiteitsbibliotheken en mijn collega’s van student- en onderwijszaken vanuit de onderwijsinstellingen voor waren uitgenodigd.

Vooraf had ik voor mezelf bepaald dat het bij mijn verantwoordelijkheden hoort om een veilige leer- en werkomgeving te creëren voor de doelgroepen die mijn dienst ondersteunt, dat wil zeggen  (voornamelijk) studenten en docenten. Ook voor hen komen er steeds meer aanbieders die geïntegreerde platforms aanbieden (net zoals bij onderzoekers vanuit de wetenschappelijke uitgeverijen), en daarmee een aantrekkelijk aanbod lijken te hebben voor applicaties voor onderwijsinnovatie, leermaterialen, het studentinformatiesysteem of de digitale leeromgeving. Daarin moeten we volgens mij, vanuit onze gedeelde publieke waarden, goede keuzes in maken.

Wat zijn dat dan, die publieke waarden? SURF heeft daar al informatie over beschikbaar, in de waardenwijzer staan drie hoofdgebieden benoemd, namelijk rechtvaardigheid, menselijkheid en autonomie. En er zijn natuurlijk nog wel meer bronnen – het deed me denken aan mijn bemoeienis met open access een aantal jaren geleden en het overzicht dat we hadden gemaakt van voorwaarden die we (zouden kunnen gaan) gebruiken bij onderhandelingen met wetenschappelijke uitgevers. Hier had een doorsnijding met gemeenschappelijk publieke voorwaarden zeker niet misstaan. Wat recentere voorwaarden of principes voor onderzoeksinfrastructuur staan hier verwoord. En dit is een goed voorbeeld hoe we samen hebben gewerkt om tot leidende principes te komen voor management van onderzoeksinformatie en -data.

De afgelopen jaren heb ik de VU-waarden persoonlijk, open en verantwoordelijk proberen uit te dragen. Heb ik gekeken of ik duurzaam, divers en ondernemend opereer. En heb ik in het klein (mijn eigen beker meenemen; geen persoonlijke kamer bezet houden; verantwoordelijkheid leggen waar deze hoort; zoveel mogelijk vegetarisch eten) mijn bescheiden bijdrage geleverd. De volgende stap is deze waarden en drijvers ook zoveel mogelijk in de dienstverlening van Student- en Onderwijszaken verwerken, dat doen we niet alleen, dat doen we samen met VU-collega’s van bijvoorbeeld het Diversity Office en rond Duurzaamheid. De leergang Publieke Waarden is natuurlijk bedoeld om impact te maken als collectief van onderwijsinstellingen, en echte impact kun je in feite ook alleen maar samen bereiken.

Elke workshop, in totaal zijn het er zeven, trapt Wladimir Mufty, programmamanager Publieke Waarden bij SURF, af met actualiteiten of wat theorie.

Nu we de afronding van de leergang bereiken, is het moment om terug te kijken wat ik meeneem, en vooral vooruit te kijken naar wat we kunnen gaan doen. We hebben afgesproken niet teveel te delen van wat we in de leergang bespraken, dus ik blijf een beetje op de oppervlakte, en houd het bij mezelf.

“Wees niet te klein in je denken”, dat spreekt me aan (een quote van José van Dijck uit de eerste workshop). Ook al moet je vanuit je eigen handelen het goede voorbeeld geven, het is echt zo dat je meer impact kan maken naar leveranciers als je samen optrekt. Goed dat we ook werden herinnerd aan een artikel uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek door Joeri van den Steenhoven (bestuurder Hogeschool Leiden), namelijk dat we een verplichting hebben om kennis over te dragen aan de maatschappij. Ik heb het nagezocht en in artikel 1.3 staat inderdaad: “de bevordering van hun maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef” voor instellingen in het algemeen en “dragen in elk geval kennis over ten behoeve van de maatschappij”. Natuurlijk wist ik dat wel, als warm pleitbezorgen van open science en open access, maar het gaat hier om een verplichting, om te handelen vanuit dit pubieke besef.

Zo spraken we met elkaar lang over onze kroonjuwelen, die we volgens ons verplicht zijn publiek te houden, en waarbij we moeten zorgen dat die publieke ruimte niet nog kleiner wordt. Je kunt lang nadenken over wat dan onze kroonjuwelen zijn, en mijn eigen definitie is dat het dat is wat wij genereren (proces en (eigen) output) als instellingen, laten we het maar onze kennis en gelieerde data noemen.

Voor mij zijn er de volgende take-aways:

  • Zorg dat je een keuzemogelijkheid hebt als het gaat over het beheer of opslag van je kroonjuwelen. Als deze er niet in de markt is, probeer kleinere start-ups / organisaties te steunen of kijk of je samen als onderwijsinstellingen een open-source alternatief wilt of kunt ontwikkelen (dat kan alleen in gezamenlijkheid).
  • Zet je uitgangspunten, inkoopvoorwaarden, stevig neer. Of dit nu in gezamenlijke aanbestedingstrajecten is of als je dit vanuit je eigen instelling doet. En zorg daarbij dat je op de assen van rechtvaardigheid / autonomie en menselijkheid met elkaar afpelt wat je daarvan meeneemt in die trajecten. Bij de “Big Tech” kunnen we vanuit Nederland niet voldoende bereiken, dus trek hier in grotere consortia op met elkaar. Bij de onderhandelingen met betrekking tot open access hebben we afgedwongen onze contracten te mogen delen, dat kan ook een manier zijn om grotere stappen te maken.
  • Haak vanuit Nederland goed aan bij internationale ontwikkelingen. Heel goed dat Christien Bok dit als ict- en innovatiemanager onderwijs vanuit SURF doet. En ook Menno Scheers, oud-collega van de VU en lead-architect bij SURF, deelde onlangs nog het document over hoe de HOSA zich kan verhouden met ESOC. Heel goed!
  • Zorg binnen de instelling zelf voor afstemming – je hebt juridische, financiële, ICT, en content (vanuit bibliotheek, onderzoeks- of onderwijsondersteuning) expertise nodig. Breng dit bij elkaar, maar borg hier het belang van de publieke waarden in. Ook al zit SURF, en daarmee de CIO’s van de instellingen, hier terecht dicht op, we moeten het samen doen, met “de business”, dus onderwijs-, onderzoek- en valorisatiedeskundigen.

‘We kunnen geen copycat spelen ten
opzichte van Big Tech, daarvoor zijn we
niet wendbaar en groot genoeg, maar
we kunnen wel heel stevig staan tegenover
deze partijen op het moment dat
we gaan onderhandelen. Dat kan alleen
maar als we onszelf verenigen, nationaal
dan wel internationaal. We moeten het
individuele instellingsbelang ontstijgen.
Daar was ik al wel van overtuigd, maar
na de workshop was het nog
evidenter voor me.’

Bovenstaande quote komt van mezelf, had ik laten optekenen in het verslag van de vierde workshop. En om weer terug bij mijn eigen (kleine) actie te komen, ik zal een mastodon account starten (helaas is de Vrije Universiteit nog niet aangesloten op de SURF pilot, dat heb ik nu aangevraagd), en deze blog als mijn eerste bericht daar delen. Verbeter de wereld, begin ergens mee!

Wilma van Wezenbeek
24 februari 2023

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.